Bouncepercentage wordt door velen beschouwd als een veelzeggende onderscheidende factor voor zoekmachines – een factor die volgens Google alleszeggend is als het gaat om de kwaliteit van je site. Met andere woorden: houd je bouncepercentage laag en je bent het oogappeltje van Google. Echter, laat je bouncepercentage torenhoog oplopen en je vindt jezelf terug in de krochten van zoekmachineresultatenpagina´s (SERPs). Een hoog bouncepercentage is bovendien een teken dat er meer aan de hand is. We gaan vandaag een aantal tips en strategieën met je doornemen die je moeten helpen bezoekers aan je site gekluisterd te houden! 😉

Wat is bouncepercentage?

Voor we ons bezig gaan houden met manieren om het bouncepercentage omlaag te brengen, is het niet onbelangrijk om te weten hoe het berekend wordt. Volgens Google wordt er een zogenaamde bounce aangevinkt in Google Analytics wanneer er een sessie op je site wordt geactiveerd waarbij een gebruiker één enkele pagina opent en dan onmiddellijk weer weggaat zonder in die sessie aanvullende aanvragen te doet. Bouncepercentage is eenvoudigweg het aantal éénpaginasessies gedeeld door alle sessies.

Oké, wat is een goed bouncepercentage? Wel, volgens de gegevens van custommedialabs kunnen bouncepercentages nogal uiteenlopen, afhankelijk van het type website of bedrijfstak. Een gemiddeld bouncepercentage voor een e-commercesite kan zich bewegen tussen de 20% en de 45%, terwijl dat van een landingspagina soms wel 90% kan halen! Let wel: hoe lager hoe beter! Blogposts hebben gewoonlijk een hoger bouncepercentage omdat mensen de inhoud scannen en, als ze niet vinden wat ze zoeken, meteen weer weggaan.

Gemiddelde bouncepercentages per websitetype
Gemiddelde bouncepercentages per websitetype (bron: custommedialabs)

Je hoort vaak dat mensen een gecorrigeerd bouncepercentage beter vinden, wat een andere manier is waarop Google het bouncepercentage berekent. Bij een gecorrigeerd bouncepercentage is een tijdslimiet aan de berekening toevoegd: bij overschrijding daarvan mag je de gebruiker als ‘ingeschakeld’ noteren en geldt deze niet meer als bounce (ook al doet hij verder niets). Om deze methode te implementeren, moet je je Google Analytics-script aanpassen; of je maakt gebruik van een gratis plugin, zoals CAOS.

Hoe kom je achter jouw bouncepercentage

Het bouncepercentage vind je in je Google Analytics-account. Je komt het op een aantal plekken tegen, omdat het in feite niet meer en niet minder is als een gegevenspunt dat je kunt correleren aan een willekeurig ander gegevensonderdeel. Enkele algemene plekken die je kunt nakijken als je wilt, zijn:

  • Behavior > All Pages > Bounce Rate (kijk welke pagina´s een hoger of lager bouncepercentage hebben)
  • Acquisition > Channels > Bounce Rate (kijk welk verkeerstype het laagste bouncepercentage heeft)
  • Acquisition > Source/Medium > Bounce Rate (kijk welk verwijzingsverkeer en welke middelen het laagste bouncepercentage kennen)
  • Acquisition > AdWords > Campaigns > Bounce Rate (kijk hoe het met je AdWords-campagne gaat als het gaat om bouncepercentage)
Bouncepercentage in Google Analytics
Bouncepercentage in Google Analytics

Hoe krijg je het bouncepercentage omlaag

Hieronder vind je een lijst van 18 uitvoerbare tips die we hebben samengesteld (veelal op grond van tests die we op onze eigen site losgelaten hebben) over hoe je het bouncepercentage op je site omlaag krijgt en de betrokkenheid van gebruikers vergroot.

1. Optimaliseer eerst inhoud en verkeer

Voordat je überhaupt van start gaat met het omlaag brengen van je bouncepercentage moet je je verkeer en inhoud optimaal maken. Waar het op neer komt, is dat het verkeer dat je naar je blog stuurt geïnteresseerd moet zijn in wat je te bieden hebt. Dus als je alleen blogt over WordPress hosting en de moeite die je steekt in het krijgen van verkeert zorgt ervoor dat er mensen komen die geïnteresseerd zijn in applicatiehosting en databasehosting, zal je bouncepercentage niet afnemen, ongeacht hoeveel van deze volgende tips je implementeert, gewoon omdat je verkeer er niets om geeft.

Een supereenvoudige wijziging die je kunt aanbrengen, is het optimaliseren van je titels (zowel die van blogs als van pagina´s). Voor deze blogpost hadden we oorspronkelijk de volgende titel:

"How to Reduce Bounce Rate on Your WordPress Site (18 Actionable Tips)"

Echter, dat is wel heel algemeen als het om het publiek van onze blog gaat. Waarom? Omdat ons publiek mensen en bedrijven zijn die geïnteresseerd zijn in WordPress. Bovendien bieden we tips die specifiek toegesneden zijn op WordPress. Dus hebben we de titel een tikje veranderd:

"How to Reduce Bounce Rate on Your Site (18 Actionable Tips)"

Wat voor effect heeft dat? Het draagt ertoe bij dat de kwaliteit van je verkeer omhooggaat dat via Google (SERPs) binnenkomt. Mensen die zoeken zullen zien dat dit een bouncerate artikel is voor websitegebruikers, niet alleen voor WordPress gebruikers. Dit zou het totale aantal bezoeken en de kwaliteit van het verkeer kunnen verhogen. Dit vermindert op zijn beurt de bouncerate. Een eenvoudige verandering als deze in al je content kan een enorm rimpeleffect hebben.

SEO-titel in SERPs
SEO-titel in SERPs

Een andere geweldige optimalisatie van je verkeer is, om via Google Analytics uit te zoeken welke verkeersbronnen de meeste betrokken bezoekers opleveren (laagste bouncepercentage en hoogste aantal paginaviews per bezoek, alsmede gemiddelde bezoekduur), en vervolgens te gaan kapitaliseren op basis van die informatie. Reik zulke bronnen de hand en krijg ze zover dat ze jouw content delen of met je samenwerken aan een artikel. Met andere woorden, doe je voordeel met gegevens die al tot je beschikking staan.

2. Vermijd pop-ups

Er is veel discussie in bloggerskringen in hoeverre pop-ups je site meer kwaad dan goed doen. Er zitten zeker wel voordelen aan pop-ups, te weten:

  • Verhoogde aanmeldingspercentages. Door gebruik te maken van de Popup Domination-plugin, realiseerde David Risley van Blog Marketing Academy een toename van 250% in het aanmeldingspercentage op zijn adressenlijst
  • De mogelijkheid iets specifieks onder de aandacht van je publiek te brengen (bijvoorbeeld een aanstaande webinar).

Dat zijn allebei voordelen die moeilijk te ontkennen vallen. Er kleven niettemin ook enkele nadelen aan:

  • Sommigen beweren dat ze afleiden van de algemene gebruikerservaring met een website. En dat is vermoedelijk maar al te waar. Marketeers halen er hun neus voor op als ze de gebruikerservaring willen verbeteren. Bovendien kunnen ze zorgen voor de veelbeschreven bannerblindheid. 😉
  • Pop-ups doen je bouncepercentage waarschijnlijk geen goed. De mate waarin dat gebeurt, hangt ook af van het type pop-up (groot of klein, makkelijk of moeilijk te sluiten, etc.). Het kan ook afhangen van andere instellingen, zoals hoe vaak nieuwe gebruikers hem te zien krijgen.

Mocht het een doel van je zijn om je bouncepercentage te verlagen, houd je dan vooral verre van pop-ups. Maar ga ook niet zover dat je meteen alle pop-ups die je gemaakt hebt van je site afdondert, zonder te kijken naar de resultaten die ze brengen. Maak steeds de afweging tussen toegenomen betrokkenheid en afgenomen aantal inschrijvingen. Besluit daarna of je de pop-up in de lucht houdt of beter kunt neerhalen.

Bij Kinsta gebruiken we geen pop-ups zoals je ziet. Maar, dat was onze beslissing ná eerst de voor- en nadelen ervan tegen elkaar afgewogen te hebben. We doen niettemin iets wat erop lijkt; het is alleen een beetje minder opdringerig naar de gebruiker. We maken gebruik van een zogeheten ´binnenvliegende inschrijvingsmogelijkheid´. Dat doen we met de Bloom-plugin van Elegant Themes. We hebben hem zo ingesteld dat hij alleen te zien is op ons blog en onze KB-posts, en alleen wanneer de gebruiker 50% van de pagina of meer naar beneden scrolt. Dit kan een goed compromis zijn.😉

Binnenvliegende inschrijvingsmogelijkheid
Binnenvliegende inschrijvingsmogelijkhei

3. Structureer je gebruikerservaring met daarop toegesneden menu´s

Het menu van je website wordt niet zonder reden ´de navigatie´ genoemd: het is immers het belangrijkste middel waarmee bezoekers zich oriënteren. Als ze niet snel het antwoord op hun vragen vinden, zijn ze zo weer weg. De meeste websitebezitters besteden weinig aandacht aan die navigatie; ze maken zich er makkelijk vanaf door iets te roepen over diensten, contactgegevens, blogpagina´s et cetera. Het kan evenwel van essentieel belang zijn even te testen welke menu-items (zowel boven- als onderin het scherm) echt nodig zijn en in hoeverre ze daadwerkelijk gebruikt worden door je bezoekers.

Je moet het aantal items niet willen overdrijven, maar je wilt natuurlijk wel dat je bezoekers gemakkelijk hun weg vinden, alsmede het antwoord op de vraag waarmee ze zitten. Vraag je ook af welke pagina´s voor jou van belang zijn. Als je een e-commerce-site hebt, is dat dan je blog of het dirigeren van je klanten naar je productenpagina en prijslijst? Wijzelf hebben onze Kinsta-site in november 2017 helemaal opnieuw ingericht en je kunt duidelijk de wijzigingen waarnemen op het gebied van navigatie. We hebben onze ´over ons´-pagina, ons blog, alsmede de mogelijkheid van taal te veranderen er rigoureus uitgegooid. We hebben bovendien de naam van de pagina PRICING gewijzigd in PLANS en we hebben de naam van de contactbutton verkort – onder het motto: Minder is soms meer.

Kinsta-navigatie
Kinsta-navigatie

Ben je er niet zeker van welke menu-items je weg zou kunnen gooien, kijk dan in je huidige menu naar het bouncepercentage van elke pagina afzonderlijk. Vergelijk die gegevens vervolgens met behulp van een premiumheatmaptool als Hotjar dat je laat zien welke menu-items het vaakst aangekozen worden. Je kunt er ook voor kiezen in Google Analytics voor ieder afzonderlijk element gebeurtenistracering op te zetten.

Hotjar heatmap
Hotjar heatmap

4. Gebruik veel witte ruimte

“Witte ruimte” is de rage tegenwoordig, verantwoordelijk voor een flinke piek in de ontwikkeling van ´minimal´ thema´s. Met “witte ruimte” wordt gedoeld op de lege ruimte op je website. Er staat helemaal niets; geen widget, geen voettekst, geen bloginhoud – alleen maar de achtergrond van je website.

Mocht je nog niet meegezogen zijn in die rage en is je websiteontwerp volgestouwd met dozen, balken en links, dan kon dat weleens hele nare gevolgen hebben voor je bouncepercentage. Witte ruimte geeft je lezers´ ogen de gelegenheid om op adem te komen. Bovendien stuurt het de aandacht van je bezoekers naar je werkelijk belangrijke content of naar CTA´s.

Het mooiste voorbeeld van een bedrijf dat witte ruimte in zijn voordeel laat werken, is Google. Google heeft slechts één oogmerk: mensen moeten zoeken (search). En niets mag hen daarvan afleiden.

White space example
White space example

Lees meer over de kracht van witte ruimte.

5. Zorg ervoor dat de lettergrootte niet te klein is

Als er iets is waaraan mensen zwaar de pest hebben, dan is het wel dat ze hun ogen tot spleetjes moeten knijpen om te kunnen lezen wat er zoal op je site te vinden is. Mensen gaan echt niet zitten turen om te lezen wat je te bieden hebt – hoe geweldig dat ook zijn moge. Goede kans dat ze de pijp aan Maarten geven. Je lettertype moet de mensen als het ware in het oog springen. 

Houd het groot. Dat is ook conform de huidige trends – beschouw 14 px als het absolute minimum. Op het Kinsta-blog gaan we nog een stapje verder en gebruiken we een lettergrootte van 18 px. Andere sites met fantastische ontwerpen, zoals Stripe, gebruiken 17 px. En, zoals je kunt zien, het is een streling voor het oog.

Stripe-lettergrootte
Stripe-lettergrootte

Als je een WordPress site hebt, kun je de lettergrootte van je body eenvoudig wijzigen door de volgende code in het CSS gedeelte van de WordPress Customizer te plaatsen.

body {
font-size: 18px;
}

Vergeet vooral niet om onze gedetailleerde gids door te nemen als het je te doen is om meer wetenswaardigheden omtrent hoe u het lettertype en de optimalisatie van webfonts kunt wijzigen.

6. Verwijs naar aanverwante artikelen op je site

Lezers aan je proberen te binden is altijd een goed idee! Misschien was het artikel waarop ze landden niet exact wat ze zochten of willen ze juist meer lezen. Daarom kun je proberen ze vast te houden op je site door ze te verwijzen naar aanverwante posts. Dit doe je gewoonlijk op het einde van je blogartikelen.

Daar is één grote MAAR bij – veel WordPress-´verwante artikelen´-plugins werken nou niet echt geweldig. Dat is te wijten aan het feit dat deze plugins de database enorm belasten met hun aanvragen. En snelheid is – daar gaan we hieronder nog wat verder op in – eveneens van invloed op het bouncepercentage.

Het Yoast-team verdiepte zich in deze materie en stelde:

Laat ik beginnen met een simpele vraag te stellen: Op een pagina met content, wat zou daar de snelste manier zijn om aanverwante artikelen te promoten? Het (nogal saaie) antwoord: ouderwetse links.

Daar zijn we het helemaal mee eens! Welnu, als je helemaal naar beneden scrolt naar het eind van dit blogartikel, zul je zien dat we daar wat we noemen “handgeplukte” aanverwante artikelen hebben. Dat wil zeggen, zorgvuldig door ons uitgekozen en handmatig aan het artikel toegevoegd. Zodoende wordt de query bijna volledig ontlast en drukt daarom niet op de prestaties van je totale site. Betekent het meer werk?
Jazeker, maar het is eigenlijk zoveel beter, omdat je precies kunt uitzoeken wat je wilt dat je lezer te zien krijgt.

Verwante artikelen
Verwante artikelen

Hoe hebben we dat gefikst? Wel, dat is helaas voor een ander artikel (dat nog in de pijplijn zit). Vergeet niet in te schrijven op onze nieuwsbrief zodat je het niet mist. We kunnen je al wel verklappen dat we gebruikgemaakt hebben van de Advanced Custom Fields-plugin en die velden vervolgens aan het bewuste blogartikeltype hebben toegekend. Dat stelt ons in staat om wat we maar willen aan verwante content op te sporen en toe te kenen aan elk van onze blogartikelen (zie hieronder). Binnenkort publiceren we een volledige handleiding van hoe je dit zelf kunt doen.

Verwante artikelen toekennen
Verwante artikelen toekennen

7. Pas je 404-foutpagina aan

Een 404 foutpagina is de pagina die verschijnt wanneer een bezoeker een ongeldige link naar je website volgt – een link waar nog geen content op staat, wat een 404 fout oplevert. De standaard WordPress 404 foutpagina zegt bijvoorbeeld het volgende:

OOPS! DIE PAGINA IS NIET AANGETROFFEN. Het ziet ernaar uit dat er op die locatie niets is aangetroffen. Probeer een zoekopdracht!

Afhankelijk van het thema dat je gebruikt, kan het ook een lijst van links geven naar webpagina´s, categorieën, auteurs en artikelen. Dit is niet echt handig, omdat deze pagina gewoon teveel informatie bevat, in plaats van de bezoeker een eenvoudig te volgen suggestie te geven. Het doel van de 404-foutpagina is het voorkomen van een bounce en de bezoeker de informatie te bezorgen waarnaar hij zocht.

Hier bij Kinsta willen we een beetje creatief zijn met onze 404-afbeelding en de gebruiker toch op weg te helpen. We laten de bezoeker weten dat de gezochte pagina niet aangetroffen is en dat ze terug kunnen vallen op de hoofdpagina of gebruik kunnen maken van onderstaande zoeksuggestie. We tonen ook onze meest recente blogartikelen en bieden een manier aan om contact met ons op te nemen als ze meer hulp blieven.

404 -foutpagina
404 -foutpagina

Om je 404-pagina aan te passen, kun je de 404.php-pagina creëren of redigeren. De meeste sluiten een vooraf gemaakt sjabloon. Of maak gebruik van een gratis plugin, zoals 404page, die het mogelijk maakt de pagina aan te passen zonder dat je enige code hoeft te kennen.

8. Controleer op spel- en tikfouten

Veelvoorkomende tik- en spelfouten in je blogartikelen vertellen de bezoekers één ding: je geeft niet genoeg om de inhoud (of om hen) om je artikel vooraf een paar keer aandachtig door te lezen. Dat kán en zál hoogstwaarschijnlijk uitmonden in een hoger bouncepercentage. Het tast bovendien je geloofwaardigheid aan en is – plat gezegd – onprofessioneel.

Natuurlijk, we maken allemaal fouten! We publiceren bergen content en, hoe zorgvuldig we ook te werk gaan, tikfouten komen voor. Het is daarom belangrijk een systeem of werkstroom in stelling te brengen die deze fouten tot een minimum beperkt. Hier zijn een paar suggesties.

  • Maak er een gewoonte van je artikel grondig door te lezen op grammaticale, tik- en spelfouten – tenminste twee keer – voordat je het publiceert.
  • Als iemand een tikfout tegenkomt op je site en je daarop wijst, raak niet over de rooie, maar maak ´t meteen in orde. (En vergeet naderhand niet de cache van die pagina op je site te verwijderen, met name als je je content op sociale media wil zetten, want dan kon die weleens door heel veel mensen gelezen worden.)
  • Maak gebruik van een browser-extensie, zoals Grammarly. Als verwoede schrijvers gebruiken ook wij bij Kinsta die fantastische tool. Waarom? Omdat het fouten opvangt die eenvoudig te missen zijn. Het zal je werkstroom zonder enige twijfel in een stroomversnelling brengen. De Hemingway App is een andere, eveneens fantastische gratis tool, om grammatica te controleren!
Grammarly
Grammarly

9. Open externe links in aparte tabbladen/vensters

Links naar andere sites en mensen is geweldig — het biedt je de gelegenheid om een band op te bouwen, contacten te leggen en meer nuttige content naar je lezer door te sturen. Links naar hoogwaardige, externe bronnen kan tevens voordelig zijn voor SEO. Maar het haalt ook de bezoekers van je site weg. Tenzij je de links zo maakt dat ze openen in een nieuw venster of tabblad.

Dit is trouwens wel een controversieel onderwerp. En er zijn heel goede argumenten te bedenken waarom je geen links moet hebben openstaan in andere vensters. Maar als puntje bij paaltje komt, dan is het natuurlijk de sitebezitter zelf die die afweging moet maken. Bij Kinsta worden links naar externe websites automatisch in nieuwe tabbladen geopend. Dat helpt bouncepercentages omlaag te brengen en de ogen van de lezer langer op onze content gevestigd te houden.

Om je links te laten openen in een nieuw tabblad, hoef je alleen maar “Open link in een nieuw tabblad” aan te vinken wanneer je je bestemmings-URL in de editor toevoegt (zoals je hieronder kunt zien).

Open link in nieuw tabblad
Open link in nieuw tabblad

Om dit handmatig te doen in de “Text”-view, kun je "target="_blank" toevoegen aan de link.

Voorbeeld: target="_blank">external site resource

10. Leg zoveel mogelijk links binnen de eigen site

Niet alleen zijn interne links een vast SEO-gebruik, maar ze kunnen ook helpen bouncepercentages op je site spectaculair omlaag te brengen. Voor de leek, het betreft hier: je legt een link tussen twee verschillende webpagina´s op je eigen site. Je leidt je lezers om naar een ander hulpmiddel op je website zodat ze wat te bladeren hebben na de initiële paginaview.

Leg ook links aan binnen je blogartikelen – zinnen die tevoorschijn komen in een artikel die gerelateerd zijn aan de titel van een ander. Een makkelijke manier om dat varkentje te wassen, is door eenvoudigweg je content te doorzoeken wanneer je een link toevoegt. Hieronder zochten we bijvoorbeeld SEO, en we brachten tegelijk intern een link aan met HTML.

Interne link in WordPress
Interne link in WordPress

Echter, zoals met alles, maak interne links met mate. Tracht niet irrelevante zinnen met elkaar te koppelen alleen om het koppelen zelf. Te veel en het zou maar zo een contraproductief effect kunnen hebben op je bouncepercentage en SEO.

11. Wees compatibel met andere browsers, maar niet te veel

Alleen omdat jij een favoriete browser hebt, betekent dat nog niet dat jouw bezoekers ook van dezelfde browser gebruikmaken. Dat is waarom het belangrijk is om dit te controleren. Sommige websiteontwerpen kunnen namelijk raar gaan doen op minder gangbare browsers, zoals Internet Explorer. Als er iets mis lijkt te zijn met je site, kan dat het bouncepercentage omhoog doen schieten, terwijl dat eenvoudig te vermijden is.

Hier zijn een paar handige tools die je kunt gebruiken om je site in alle browsers tegelijk te testen:

Echter, het is ook belangrijk de ontwikkeltijd in ogenschouw te nemen, alsmede hoe groot het gedeelte van je publiek is dat een bepaalde browserversie gebruikt. Laten we eens aannemen dat je site een half miljoen bezoekers per maand trekt. Als er een probleem is met Internet Explorer 8 wat ervoor zorgt dat iets niet goed functioneert en jij weet dat het weleens behoorlijk wat ontwikkeltijd in beslag zou kunnen nemen om het probleem op te lossen, dan kun je je wellicht beter richten op belangrijkere zaken. Er komt nu eenmaal een moment dat je oude browsers niet meer kan ondersteunen!

Maar neem die beslissing op basis van gegevens!
Je kunt immers gemakkelijk even kijken in Google Analytics onder het “Audience → Technology → Browser & OS”-rapport en verifiëren hoeveel bezoekers er precies komen van de kant van een bepaalde browser, en een specifieke versie ervan.

IE8-gebruikers
IE8-gebruikers

12. Mobiel is alles

Hier heb je een paar beangstigende statistieken, met name als je je site nog niet geschikt gemaakt hebt voor mobiele apparaten:

  • Vanaf het vierde kwartaal 2017 komt 57% van alle internetverkeer van mobiele apparaten. In 2013 was dat nog een schamele 15%. 😲
  • Google beweert dat 61% van alle gebruikers niet meer terugkeert naar een mobiele site die moeilijkheden gaf en 40% loopt over naar de concurrent. (MicKinsey & Company)

Wauw, dat is niet niks! Meer dan de helft van je verkeer haakt misschien af alleen omdat ze niet behoorlijk door je website kunnen navigeren. Gelukkig hebben de meeste nieuwe thema´s dit tegenwoordig dik in orde. Maar dat moet je altijd wel zelf even testen. We bevelen aan Googles mobiel-vriendelijkheidstesttool te gebruiken. Dat geeft je bovendien het geruststellende gevoel dat je site veilig is voor mobiele indexering (SEO).

Google mobiel-vriendelijkheidstest
Google mobiel-vriendelijkheidstest

In geval van nood kun je ook een plugin gebruiken om er zeker van te zijn dat het naar behoren functioneert op mobiel en tablet. Hoewel we altijd aanbevelen om eerst de responsieve route te nemen. Responsief wil in dit geval zeggen dat je site automatisch omlaagschaalt naar alle apparaten met code en zonder plugin. Je kun natuurlijk ook altijd nog een ontwikkelaar inhuren om te helpen je site responsief te maken.

13. Wees voorzichtig met reclame

Een heleboel sites moeten reclame maken om geld in het laatje te brengen, wat volstrekt te begrijpen valt. Echter, het is belangrijk te onthouden dat opdringerige en irritante reclame je bouncepercentage pijn kan doen. Vooral zelf-startende advertenties. Vergeet niet dat niet iedereen pop-upblokkeringen heeft geïnstalleerd (ook al doen de meeste browsers hun best om dit aan te bieden).

Hieronder vind je een voorbeeld van verschrikkelijk ergerlijke reclame. Om te beginnen is daar de “cookiewaarschuwing”. Die is vereist om juridische redenen, wat natuurlijk prima is, maar…er moet ook rekening mee gehouden worden wanneer het gepaard gaat met advertenties, met het oog op schermruimte. Vervolgens is daar de enorme banneradvertentie bovenaan en een andere na de artikelpictogrammen. Meer dan de helft van de hele website is op het eerste gezicht gevuld met advertenties. Niet goed!

Voorbeeld van slechte reclame
Voorbeeld van slechte reclame

A/B-testen zou hier weleens goed van pas kunnen komen. Probeer minder advertenties te plaatsen en in verschillende posities; en ga dan eens kijken hoe dat het bouncepercentage van de bewuste pagina beïnvloedt. Je zou er weleens achter kunnen komen dat bezoekers aankomen op je startpagina en plotseling rechtsomkeert maken. Met andere woorden, het verwijderen van enkele advertenties zou mogelijk leiden tot een toename van je omzet. WordPress-plugins als Ad Inserter stellen je in staat om eenvoudig een aantal verschillende advertentieposities te testen. Of je maakt gebruik van een gratis A/B-testtool zoals Google Optimize. Die gebruiken we bij Kinsta en werkt als een speer. Je kunt hier onze gedetailleerde handleiding: Hoe je met Google Optimize gratis een A/B-Test in WordPress kunt doen.

14. Structureer je content verstandig

Op het gebied van content verstandig structureren kun je ontzettend veel doen om je bouncepercentage omlaag te brengen. Maak in de eerste plaats gebruik van artikelkoppen en subrubrieken. Blogartikelen — vooral lange en diepgaande, zoals deze — bevatten veel informatie. Die grote hoeveelheid moet in hapklare brokken verdeeld worden om haar te kunnen verwerken. Anders wordt het wel erg moeilijk voor bezoekers om alle informatie tot zich te nemen, wat kan leiden tot afhaken.

Structureer je blogartikelen met koppen (H2) en subkoppen (H3, H4, en H5). In dit artikel gebruiken we een combinatie van H2 en H3. En houd een H1-kop altijd bovenaan de pagina.

H1- en H2-koppen
H1- en H2-koppen

Als je dat gedaan hebt, zorg er dan voor dat je korte paragrafen gebruikt. We hebben het niet over hogeschool-Nederlands, waar paragrafen een minimum van vijf zinnen bevatten. We hebben het over blogartikelen, waar een paragraaf van meer dan vijf zinnen gauw de kans loopt volledig genegeerd te worden.

Als je wilt dat je lezers echt de inhoud tot zich nemen en niet slechts koppen lezen, dan zul je korte paragrafen moeten gebruiken. Vier zinnen is normaal gesproken de aanbevolen lengte. Sommige bloggers gaan niet verder dan twee. Waar je voor kiest kan sterk afhangen van het type content dat je publiceert.

15. Afbeeldingen zijn veelzeggend

Daar kunnen we denk ik kort over zijn: een afbeelding zegt meer dan duizend woorden. In plaats van je publiek vervelen met 4.000 woorden (let wel: lengte is in deze niet de belangrijkste factor) zou je een plaatje kunnen gebruiken. Als je naar boven scrolt, ga je zien dat elke tip die we gaven, voorzien is van een plaatje met een voorbeeld.

Moeite met het vinden van afbeeldingen? Hier heb je 10 plaatsen met afbeeldingen zonder auteursrechten. Zelf lopen we weg met Iconfinder; daar maken we veel gebruik van.

Zorg er bovendien voor dat de plaatjes goed passen in de lay-out van de tekst. We bevelen altijd aan om de plaatjes de volledige tekstbreedte te laten beslaan. Dat geeft een rustiger beeld en maakt het eenvoudiger de inhoud scannend door te lezen. En vergeet niet de afbeeldingen te optimaliseren.

Tekstbrede afbeeldingen
Tekstbrede afbeeldingen

16. Concentreer je op wat belangrijk is

De inhoud is het belangrijkste onderdeel van je website. Punt uit! Daarom, vestig de aandacht van gebruikers op die inhoud. Leid ze niet af met 20 widgets of CTA´s. De inhoud moet voor iedereen zichtbaar het allerbelangrijkste van je webpagina zijn. Te veel afleiding en zeg maar dag tegen een laag bouncepercentage.

Als je hun aandacht eenmaal getrokken hebt, moet je natuurlijk wel inhoud bieden hebben die waardevol is en de lezer tot nut kan zijn. Anders zijn ze weg en is er geen aanleiding voor ze ooit nog terug te keren. Kortom, maak zinvolle en tijdloze content die je zelf zou willen lezen. Zodat de volgende keer dat een bezoeker op je site stuit, ze zo verkocht zijn dat ze het niet eens in hun hoofd halen af te haken, maar juist meer willen.

17. Zorg altijd voor een interne zoekmogelijkheid

Als een bezoeker op je site landt en niet kan vinden waar hij of zij naar op zoek is, dan heb je hoogstwaarschijnlijk al wat verkeerds gedaan. Je moet op je site te allen tijde een interne zoekmogelijkheid bieden, om te voorkomen dat bezoekers afhaken. Want, dat is naar alle waarschijnlijkheid het laatste redmiddel waarnaar ze grijpen voordat ze je site de rug toekeren.

Interne zoekmogelijkheid
Interne zoekmogelijkheid

Je WordPress-installatie heeft standaard een zoekwidget tot haar beschikking. Jouw thema kan ook extra ingebouwde zoekmogelijkheden bevatten. Wat je ook doet, verwijder nooit en te nimmer zoekmogelijkheden van je site!

Zoek- widget
Zoek- widget

18. Zorg ervoor dat pagina´s bliksemsnel laden

De snelheid waarmee pagina´s laden is van grote invloed op je bouncepercentage. Kort gezegd, hoe sneller je site laadt, des te lager je bouncepercentage. Websites die er langer dan drie seconden over doen, verliezen onmiddellijk 40 procent verkeer. En 79 procent ervan zie je nooit meer terug!

Voor écht razendsnelle snelheden heb je een premium applicatie-, database- en managed WordPress host nodig en dat is waar Kinsta kan helpen. Wij worden namelijk aangedreven door Google Cloud Platform, wat betekent dat je sites over één van de grootste netwerken ter wereld lopen en geladen worden via datacentra (met lage wachttijd) bij de bezoeker in de buurt. We hebben bovendien een HTTP/2 CDN-integratie die ervoor zorgt dat de laadtijd van je activa die zich verspreid over de wereld bevinden, nog verder versneld wordt.

Laadtijd ná overstap naar Kinsta
Laadtijd ná overstap naar Kinsta

Hierboven zie je het Kinsta-effect in beeld gebracht. Je kunt hier meer informatie vinden over waarom wij het verschil maken in vergelijking met willekeurig welke host je hebt gehad.

Samenvatting

Hopelijk waren deze tips over hoe je het bouncepercentage op je site kunt verlagen, nuttig. Als je tot hier gekomen bent, dan hebben we wel een schouderklopje verdiend als het gaat om ons bouncepercentage. 😉 Nu is het jouw beurt. Welke tips ga je vandaag nog op jouw site inzetten? Of weet je nog andere optimalisaties die het verschil maken? In dat geval, laat het ons dat dan weten in een reactie.

Brian Jackson

Brian heeft een enorme passie voor WordPress, gebruikt het al meer dan tien jaar en heeft zelfs al aantal premium plugins ontwikkeld. Brian houdt van bloggen, films en hikes. Kom in contact met Brian op Twitter.