De database Info pagina kun je zien door bij de databasennaam te klikken op de Databases pagina.

Database Info pagina.
Database Info pagina.

De Info pagina is verdeeld in drie secties:

Basisgegevens

Het onderdeel Basisgegevens toont je de beschikbare resources (inclusief eventuele add-on opslag), de deployde locatie, het databasetype en de aanmaakdatum.

Database basisgegevens.
Database basisgegevens.

Interne verbindingen

Dit gedeelte toont je de toegestane verbindingen en details voor interne verbindingen – verbindingen tussen Kinsta applicaties en Kinsta databases. Klik op de knop Verbindingsdetails om die details te zien. De standaardpoort voor interne verbindingen is 3306.

Kopieer deze gegevens niet naar je omgevingsvariabelen. Gebruik de knop Applicatie toevoegen om je applicatie(s) toe te voegen. Vink het vakje Omgevingsvariabelen toevoegen aan de applicatie aan om die omgevingsvariabelen automatisch in te vullen.

Database interne verbindingen.
Database interne verbindingen.

Om te zien hoe je een verbinding toevoegt, zie Interne verbindingen toevoegen.

Interne verbindingen en het bouwproces

Interne verbindingen zijn alleen beschikbaar tijdens runtime; ze zijn niet beschikbaar tijdens het bouwproces.

Als je applicatie probeert verbinding te maken met een database met behulp van een interne verbinding tijdens het bouwproces, veroorzaakt dit een fout die zegt dat de database niet draait, waardoor de build mislukt. Dit wordt verwacht omdat de interne verbinding niet live is tijdens het bouwen; deze kan alleen tijdens runtime worden gebruikt.

Er zijn een paar manieren om hier omheen te werken.

Optie 1: Verplaats de logica die verbinding maakt met de database van de bouwopdracht van de applicatie naar de startopdracht. Bijvoorbeeld: als je een commando als prisma migrate in het bouwproces hebt en je verplaatst dat commando naar het startcommando, dan zal je applicatie alleen tijdens runtime toegang hebben tot de database en zal de build succesvol zijn.

Optie 2: Voeg naar behoefte aparte omgevingsvariabelen toe voor de databaseverbinding, de ene beschikbaar voor het bouwproces en de andere alleen voor runtime. De sleutels kunnen hetzelfde zijn (bijvoorbeeld DB_CONNECTION_URL) zolang de ene alleen beschikbaar is tijdens het bouwproces en de andere alleen tijdens runtime. Gebruik de externe verbindingsgegevens van de database (Databases > dbnaam > Info > Externe verbindingen) voor de waarden van variabelen die gebruikt moeten worden tijdens het bouwproces.

Externe verbindingen

Deze sectie toont je de verbindingsdetails voor externe verbindingen. Je kunt deze details gebruiken om verbinding te maken met je database via de opdrachtregel (CLI) of met een databasetool.

Database externe verbindingen.
Database externe verbindingen.