Het Start commando is het commando dat nodig is om je applicatie te starten. Het is een must voor elke applicatie, of deze nu is gemaakt met een Nixpack, Buildpack of Dockerfile. Het Start commando kan verschillen afhankelijk van de taal van de applicatie. We hebben hieronder voorbeelden gegeven van enkele veelgebruikte talen.

Het Start commando vanuit een Nixpack

Wanneer een applicatie wordt gemaakt met een Nixpack, proberen we het start commando af te leiden op basis van de content van de repository van je applicatie, of je kunt het start commando opgeven in de stap Resources wanneer je de applicatie toevoegt.

Start commando van een Buildpack

Wanneer een applicatie wordt gemaakt met een Buildpack, proberen we het start commando af te leiden op basis van de content van de repository van je applicatie, of je kunt het start commando opgeven in de stap Resources wanneer je de applicatie toevoegt.

Start commando van een Dockerfile

Als je applicatie een Dockerfile gebruikt om je container image op te zetten, moet je de ENTRYPOINT of CMD instructie in het Dockerfile opgeven om een container te starten. Voor meer informatie over hoe je de instructies van je applicatie moet specificeren, zie de Dockerfile referentie of Best practices voor het schrijven van Dockerfiles.

Commando’s aaneenschakelen

Om meerdere Start commando’s toe te voegen, gebruik je && om de commando’s aan elkaar te ketenen zoals:

command one && command two

Het Start commando bekijken

Je kunt het Start commando op een paar plaatsen in MyKinsta bekijken:

  • Processen > Runtimeprocessen > Webproces.
  • Of Deployments > Geschiedenis, selecteer een deployment om de details te bekijken en klik dan op Rolloutproces onder Deployment voortgang.
De startopdracht die wordt gebruikt voor het deployen wordt getoond in het Rolloutproces.
De startopdracht die wordt gebruikt voor het deployen wordt getoond in het Rolloutproces.

Het start commando bewerken

Ga naar Processen > Runtimeprocessen en bewerk het webproces om de start commando te wijzigen. De applicatie zal automatisch deployen met het bijgewerkte Start commando.

Taalvoorbeelden Startcommando

Python

  • Python: python3 main.py
  • Django: gunicorn .wsgi

Go

Go: bin/<repo name>

PHP

  • PHP: heroku-php-apache2
  • Laravel:
    • heroku-php-apache2 /public
    • php artisan serve --host 0.0.0.0 --port 8080
  • Statamic: heroku-php-apache2 public/

Node.js

Node.js

npm start

Als je een ander commando wilt gebruiken, moet je het webproces in MyKinsta aanpassen.

"scripts": {
"start": "node server.js"
},

Node.js met een Dockerfile

Wanneer je de app maakt, creëert Kinsta een proces vanuit de CMD instructie.

CMD ["npm", "run", "start"]

Als je dit commando in de repository wijzigt, wordt het proces niet standaard gewijzigd, dus je moet het proces bewerken in de Processen van je applicatie in MyKinsta.

Ruby

Ruby on Rails

rails server

Ruby on Rails met een Dockerfile:

Wanneer je de applicatie voor het eerst maakt, creëert Kinsta een proces vanuit de ENTRYPOINT instructie.

ENTRYPOINT ["entrypoint.sh"]

Als je deze opdracht wijzigt in de repository, wordt het proces niet standaard gewijzigd, dus je moet het proces bewerken in de Processen van je applicatie in MyKinsta.

Java

Java: Als je een applicatie deployt, maakt Kinsta automatisch processen aan op basis van het Procfile in de root van de repository.

Scala

Scala: target/universal/stage/bin/ -Dhttp.port=$PORT

Verwante documentatie